Wijs Worden VMBO deel 2, docentenhandleiding
Wijs Worden VMBO deel 2, docentenhandleiding
Jos van de Laar
Op voorraad
Direct leverbaar uit voorraad
Product omschrijving
Inhoud
1. Gelukkig worden
2. Lijden en dood
3. Feesten
4. Hindoeïsme en boeddhisme
5. Hoofdwaarden in onze samenleving
6. Islam
In deze docentenhandleiding zijn de antwoorden op de vragen uit het leerwerkboek opgenomen. Daarnaast antwoordsuggesties, extra vragen en opdrachten, uitgebreide achtergrondinformatie, toelichting bij de illustraties, literatuurtips, didactische tips, etc. Kortom een uitstekend ondersteuning bij een goede lesvoorbereiding.
Vier soorten opdrachten
De opdrachten in het leerwerkboek hebben als eerste doel het verwerken en zich eigen maken van de aangeboden stof. Daarna worden leerlingen uitgedaagd kritisch na te denken over de stof of zelf een beargumenteerde positie in te nemen.
Er zijn vier soorten opdrachten opgenomen.
1. Op de eerste plaats de gewone opdrachten. Deze sluiten steeds direct aan bij de behandelde stof: vragen de leerling in eigen woorden inzichten weer te geven of worden geprikkeld na te denken over vragen en problemen die in de tekst worden opgeworpen.
2. Daarnaast treft men regelmatig Verdiepingsopdrachten aan. Deze stellen vaak moeilijkere en abstractere vragen. Ze kunnen worden overgeslagen zonder dat de leerweg erdoor wordt geschaad.
3. Ook treft de leerling af en toe een Op-pad-opdracht aan. Dat is een opdracht voor de leerling om zelf op zoek te gaan. Dat kan een interview inhouden maar vaak ook materiaal verzamelen uit een boek of van het internet. Daarmee hebben deze Op-pad-opdrachten evenals de Verdiepingsopdrachten eerder een facultatief karakter. Op-pad-opdrachten zijn uiteraard heel geschikt als huiswerk.
4. Tot slot de privévragen. Het zijn vragen direct gericht aan de leerlingen, aan zijn/haar gedachten, gevoelens, ervaringen en gedrag. De leerling wordt geprikkeld daarover na te denken en zo de stof te gebruiken om meer zelfinzicht te krijgen.
Ook leerlingen hebben recht op privacy en hoeven sommige privégevoelens of -ervaringen met niemand te delen als ze dat niet willen: niet in de klas tegenover andere leerlingen, niet tegenover de docent en niet tegenover ouders.
Het gevoel gedwongen te moeten worden bepaalde gedachten of ervaringen in de openbaarheid te brengen, kan mogelijk tot vluchtgedrag leiden en het tegenovergestelde bereiken van wat het doel van een dergelijke vraag was.
Kunnen deze vragen toch behandeld worden in de klas? Misschien, mede afhankelijk van waar de vraag op doelt, mede afhankelijk van de sfeer in de klas, maar altijd met de boodschap dat leerlingen die niet wensen mee te doen aan een discussie daartoe het volste recht hebben.